Onderzoek bij Chiropractie

De Effectiviteit van Chiropractie volgens het UK Evidence Report

Het "UK Evidence Report" uit 2010 beoordeelt de effectiviteit van manuele therapieën, waaronder chiropractie, bij verschillende aandoeningen. Spinale manipulatie en mobilisatie blijken effectief te zijn voor acute, subacute en chronische lage rugpijn, evenals voor migraine en cervicogene hoofdpijn. Voor nekpijn zijn thoracale manipulatie en mobilisatie effectief, terwijl manipulatie en mobilisatie ook positieve effecten hebben voor gewrichtsaandoeningen van de extremiteiten. De meeste bijwerkingen van manuele therapieën zijn musculoskeletaal, van korte duur en van milde tot matige ernst. De studie concludeert dat manuele therapieën, inclusief chiropractie, effectief zijn voor specifieke musculoskeletale aandoeningen, met name lage rugpijn, hoofdpijn en nekpijn. Het rapport benadrukt het belang van evidence-based zorg en de rol van chiropractie als effectieve behandeloptie voor bepaalde aandoeningen. (Bronfort et al. (2010) Effectiveness of manual therapies: the UK evidence report. Chiropr Osteopat.)

Chiropractie: Een Kosteneffectieve Keuze voor Wervelkolomgerelateerde Pijn

Een systematische review uit 2024 benadrukt de kosteneffectiviteit van chiropractie bij wervelkolomgerelateerde musculoskeletale pijn. Patiënten die chiropractie als eerste zorgoptie kiezen, ervaren aanzienlijk lagere zorgkosten dankzij een verminderd gebruik van dure interventies zoals operaties, opioïden, ziekenhuisopnames en specialistische verwijzingen. Dit onderstreept de waarde van chiropractie als een betaalbaar en effectief alternatief voor traditionele medische behandelingen. Hoewel verder onderzoek wordt aangemoedigd, suggereren de bevindingen dat chiropractie niet alleen patiënten helpt, maar ook bijdraagt aan kostenbesparing in de gezondheidszorg. (Farabaugh et al. (2024), Chiropractic & Manual Therapies)

Spinale Manipulatieve Therapie: Een Aanbevolen Behandeling voor Nek- en Lage Rugpijn

Een review uit 2021 toont aan dat spinale manipulatieve therapie (SMT), vaak toegepast door chiropractors, effectief is voor de behandeling van nek- en lage rugpijn. SMT is even effectief als standaard medische zorg of fysiotherapie en wordt aanbevolen in klinische richtlijnen als eerstelijnsbehandeling, vaak in combinatie met oefentherapie. De bevindingen benadrukken de waarde van SMT als veilige en effectieve interventie bij wervelkolompijn. Hoewel verder onderzoek wordt aangemoedigd om de specifieke voordelen te bevestigen, onderstreept het huidige bewijs de belangrijke rol van chiropractie in de moderne gezondheidszorg. (Gevers-Montoro et al. (2021), Frontiers in Pain Research)

Evidence-Based Practice: De Toekomst van Chiropractische Zorg

Een artikel uit 2012 benadrukt de groeiende invloed van evidence-based practice (EBP) binnen de chiropractische zorg. Door onderwijsprogramma's te versterken met onderzoek en EBP, zijn chiropractische instellingen beter uitgerust om wetenschappelijk onderbouwde zorg te leveren. Klinisch onderzoek ondersteunt de effectiviteit en veiligheid van chiropractische manuele therapieën. Deze vooruitgang verbetert niet alleen de patiëntenzorg, maar versterkt ook de positie van chiropractie als een waardevolle en wetenschappelijk ondersteunde behandelingsoptie binnen de gezondheidszorg. (LeFebvre et al. (2012), J Evid Based Complementary Altern Med)

Onderhoudszorg in Chiropractie: Waarde, Toepassing en Toekomstige Verbeteringen

Een studie uit 2023 toont aan dat Noorse chiropractoren positief staan tegenover onderhoudszorg (maintenance care) en erkennen dat het kan bijdragen aan betere patiëntenzorg. Meer dan de helft van de respondenten voelt zich bekwaam om geschikte patiënten te identificeren, hoewel slechts 45% recent evidence-based informatie hierover heeft toegepast. Factoren zoals toegang tot nuttige bronnen en kennis over geschikte patiënten beïnvloeden het gebruik van onderhoudszorg. Chiropractoren benadrukken dat onderhoudszorg kan worden verbeterd door betere richtlijnen en hulpmiddelen. De sterke overeenkomst tussen onderhoudszorg en evidence-based praktijkvoering onderstreept de professionaliteit binnen de chiropractische zorg. Dit onderzoek benadrukt de waarde van onderhoudszorg en de noodzaak om het verder te ondersteunen in de praktijk. (Myhrvold et al. (2023), Chiropractic & Manual Therapies.)

Manuele Therapie: Effectieve en Kostenefficiënte Behandeling voor Nekpijn

In een studie werden 183 patiënten met nekpijn voor minimaal twee weken verdeeld over drie behandelingsgroepen: manuele therapie (spinale mobilisatie), fysiotherapie (voornamelijk oefeningen) en zorg door een huisarts (advies, educatie en medicatie). De resultaten toonden aan dat de manuele therapiegroep sneller verbeterde dan de fysiotherapiegroep en de huisartsengroep tot 26 weken. De totale kosten voor manuele therapie waren aanzienlijk lager (447 euro) in vergelijking met fysiotherapie (1297 euro) en huisartsenzorg (1379 euro), met significante verschillen (P<0,01). De kosteneffectiviteit en kostenefficiëntie ratios toonden aan dat manuele therapie zowel effectiever als goedkoper was dan fysiotherapie of huisartsenzorg. De conclusie is dat manuele therapie (spinale mobilisatie) zowel effectiever als kostenefficiënter is bij de behandeling van nekpijn. (Korthals-de Bos et al. (2003), British Medical Journal)

Spinale Manipulatieve Therapie: Een Kosteneffectieve Behandeling voor Lage Rugpijn

Een systematische review en meta-analyse uit 2014 vergeleek de effectiviteit van spinale manipulatieve therapie (SMT) met andere behandelingen voor lage rugpijn. De studie concludeerde dat SMT significante verbeteringen in pijnvermindering en functionele status teweegbracht, vooral in vergelijking met geen behandeling. SMT werd als kosteneffectief beschouwd, gezien de vergelijkbare resultaten met andere therapieën en de relatief lage kosten. De resultaten suggereren dat SMT een waardevolle en efficiënte optie is voor het behandelen van lage rugpijn. Dit ondersteunt het gebruik van SMT als een gangbare behandeloptie binnen de gezondheidszorg. (Y. Fu, S.D. Madsen, C.A. Shaheed et al. (2024), MethodsX)